Contact

Heeft u vragen?

Of u nu vragen heeft over één boom in uw tuin of over een omvangrijk bomenbestand in de openbare ruimte, neem gerust vrijblijvend contact met ons op. Dan kunnen wij u van passend advies voorzien en bekijken hoe onze diensten en deskundigheid aansluiten bij uw behoefte voor het vakkundig verzorgen van uw bomenbestand.

Overige contactgegevens

Neem hier vrijblijvend contact op

BoomOntzorging.com

Veelgestelde vragen die wij geregeld ontvangen

Bij bomen langs wegen en in de openbare ruimte is veelal een minimale takvrije stamlengte gewenst om aanrijding met verkeer en maaimachines te voorkomen. Vooral bij laanbomen wordt een doorgaande spil zonder dubbele toppen en zonder lage zware vertakking als eindbeeld nagestreefd. Om dit te bereiken moet er na aanplant tijdig met de zogenaamde begeleidingssnoei worden begonnen om dit eindbeeld te kunnen realiseren. In de begeleidingssnoeifase van jonge bomen worden periodiek (meestal 1 x per 3 jaar) (zware) zijtakken, dubbele toppen en probleemtakken (plakoksels, zuigers e.d.) tijdig uit de tijdelijke kroon gesnoeid om het gewenste eindbeeld te verkrijgen. Deze begeleidingssnoei gaat door totdat de gewenste takvrije stamlengte is bereikt en de boom zijn blijvende kroon heeft gevormd.

Bij bomen langs wegen en in de openbare ruimte is veelal een minimale takvrije stamlengte gewenst om aanrijding met verkeer en maaimachines te voorkomen. Vooral bij laanbomen wordt een doorgaande spil zonder dubbele toppen en zonder lage zware vertakking als eindbeeld nagestreefd. Om dit te bereiken moet er na aanplant tijdig met de zogenaamde begeleidingssnoei worden begonnen om dit eindbeeld te kunnen realiseren. In de begeleidingssnoeifase van jonge bomen worden periodiek (meestal 1 x per 3 jaar) (zware) zijtakken, dubbele toppen en probleemtakken (plakoksels, zuigers e.d.) tijdig uit de tijdelijke kroon gesnoeid om het gewenste eindbeeld te verkrijgen. Deze begeleidingssnoei gaat door totdat de gewenste takvrije stamlengte is bereikt en de boom zijn blijvende kroon heeft gevormd.

Bij bomen langs wegen en in de openbare ruimte is veelal een minimale takvrije stamlengte gewenst om aanrijding met verkeer en maaimachines te voorkomen. Vooral bij laanbomen wordt een doorgaande spil zonder dubbele toppen en zonder lage zware vertakking als eindbeeld nagestreefd. Om dit te bereiken moet er na aanplant tijdig met de zogenaamde begeleidingssnoei worden begonnen om dit eindbeeld te kunnen realiseren. In de begeleidingssnoeifase van jonge bomen worden periodiek (meestal 1 x per 3 jaar) (zware) zijtakken, dubbele toppen en probleemtakken (plakoksels, zuigers e.d.) tijdig uit de tijdelijke kroon gesnoeid om het gewenste eindbeeld te verkrijgen. Deze begeleidingssnoei gaat door totdat de gewenste takvrije stamlengte is bereikt en de boom zijn blijvende kroon heeft gevormd.

Bij bomen langs wegen en in de openbare ruimte is veelal een minimale takvrije stamlengte gewenst om aanrijding met verkeer en maaimachines te voorkomen. Vooral bij laanbomen wordt een doorgaande spil zonder dubbele toppen en zonder lage zware vertakking als eindbeeld nagestreefd. Om dit te bereiken moet er na aanplant tijdig met de zogenaamde begeleidingssnoei worden begonnen om dit eindbeeld te kunnen realiseren. In de begeleidingssnoeifase van jonge bomen worden periodiek (meestal 1 x per 3 jaar) (zware) zijtakken, dubbele toppen en probleemtakken (plakoksels, zuigers e.d.) tijdig uit de tijdelijke kroon gesnoeid om het gewenste eindbeeld te verkrijgen. Deze begeleidingssnoei gaat door totdat de gewenste takvrije stamlengte is bereikt en de boom zijn blijvende kroon heeft gevormd.

Bij bomen langs wegen en in de openbare ruimte is veelal een minimale takvrije stamlengte gewenst om aanrijding met verkeer en maaimachines te voorkomen. Vooral bij laanbomen wordt een doorgaande spil zonder dubbele toppen en zonder lage zware vertakking als eindbeeld nagestreefd. Om dit te bereiken moet er na aanplant tijdig met de zogenaamde begeleidingssnoei worden begonnen om dit eindbeeld te kunnen realiseren. In de begeleidingssnoeifase van jonge bomen worden periodiek (meestal 1 x per 3 jaar) (zware) zijtakken, dubbele toppen en probleemtakken (plakoksels, zuigers e.d.) tijdig uit de tijdelijke kroon gesnoeid om het gewenste eindbeeld te verkrijgen. Deze begeleidingssnoei gaat door totdat de gewenste takvrije stamlengte is bereikt en de boom zijn blijvende kroon heeft gevormd.

Wanneer een boom verminderd stabiel is geworden door aantasting van het wortelstelsel of stamvoet of door het voorkomen van holten of breukgevoelige toppen/takken, kan het nuttig zijn om de kroon van de boom ‘uit te lichten’. Het uitlichten van de kroon is erop gericht zowel de windbelasting als de kroonmassa te reduceren waardoor, afhankelijk van de aard van de verzwakking, de kans op windworp of stam-/takbreuk wordt verminderd. Bij het uitlichten worden met name aan de buitenzijde van de kroon takken verwijderd waarbij de kroon wel (grotendeels) zijn oorspronkelijke volume houdt en het aangezicht van de boom weinig verandert. Het uitlichten van de kroon wordt vaak uitgevoerd in combinatie met het aanbrengen van een kroon-/stormanker.

Wanneer een boom verminderd stabiel is geworden door aantasting van het wortelstelsel of stamvoet of door het voorkomen van holten of breukgevoelige toppen/takken, kan het nuttig zijn om de kroon van de boom ‘uit te lichten’. Het uitlichten van de kroon is erop gericht zowel de windbelasting als de kroonmassa te reduceren waardoor, afhankelijk van de aard van de verzwakking, de kans op windworp of stam-/takbreuk wordt verminderd. Bij het uitlichten worden met name aan de buitenzijde van de kroon takken verwijderd waarbij de kroon wel (grotendeels) zijn oorspronkelijke volume houdt en het aangezicht van de boom weinig verandert. Het uitlichten van de kroon wordt vaak uitgevoerd in combinatie met het aanbrengen van een kroon-/stormanker.

Wanneer een boom verminderd stabiel is geworden door aantasting van het wortelstelsel of stamvoet of door het voorkomen van holten of breukgevoelige toppen/takken, kan het nuttig zijn om de kroon van de boom ‘uit te lichten’. Het uitlichten van de kroon is erop gericht zowel de windbelasting als de kroonmassa te reduceren waardoor, afhankelijk van de aard van de verzwakking, de kans op windworp of stam-/takbreuk wordt verminderd. Bij het uitlichten worden met name aan de buitenzijde van de kroon takken verwijderd waarbij de kroon wel (grotendeels) zijn oorspronkelijke volume houdt en het aangezicht van de boom weinig verandert. Het uitlichten van de kroon wordt vaak uitgevoerd in combinatie met het aanbrengen van een kroon-/stormanker.

Wanneer een boom verminderd stabiel is geworden door aantasting van het wortelstelsel of stamvoet of door het voorkomen van holten of breukgevoelige toppen/takken, kan het nuttig zijn om de kroon van de boom ‘uit te lichten’. Het uitlichten van de kroon is erop gericht zowel de windbelasting als de kroonmassa te reduceren waardoor, afhankelijk van de aard van de verzwakking, de kans op windworp of stam-/takbreuk wordt verminderd. Bij het uitlichten worden met name aan de buitenzijde van de kroon takken verwijderd waarbij de kroon wel (grotendeels) zijn oorspronkelijke volume houdt en het aangezicht van de boom weinig verandert. Het uitlichten van de kroon wordt vaak uitgevoerd in combinatie met het aanbrengen van een kroon-/stormanker.

Wanneer een boom verminderd stabiel is geworden door aantasting van het wortelstelsel of stamvoet of door het voorkomen van holten of breukgevoelige toppen/takken, kan het nuttig zijn om de kroon van de boom ‘uit te lichten’. Het uitlichten van de kroon is erop gericht zowel de windbelasting als de kroonmassa te reduceren waardoor, afhankelijk van de aard van de verzwakking, de kans op windworp of stam-/takbreuk wordt verminderd. Bij het uitlichten worden met name aan de buitenzijde van de kroon takken verwijderd waarbij de kroon wel (grotendeels) zijn oorspronkelijke volume houdt en het aangezicht van de boom weinig verandert. Het uitlichten van de kroon wordt vaak uitgevoerd in combinatie met het aanbrengen van een kroon-/stormanker.