‘Misère met bomen A73 was te voorzien’

De vervangings- en verplaatsingsoperatie van de bomen langs de A73-Zuid, waarbij volgens Rijkswaterstaat 3500 exemplaren worden vervangen of herplant, is het resultaat van misplaatste zuinigheid.
door onze verslaggever REUVER

Bij de aanbesteding vijf jaar geleden ging het er alleen maar om het project zo goedkoop mogelijk uit te voeren, waardoor de planter geen goed werk kon leveren en de bomen in de voorbije jaren wel het loodje moesten leggen. Dat zegt Léon Faassen namens de vakgroep bomen en planten van de LLTB, waarvan hij bestuurslid is. Hij is boomkweker met een bedrijf pal naast de A73 in Reuver. Naar de mening van Faassen zijn er fouten gemaakt bij het planten van de in totaal negenduizend beuken, eiken en lindes in 2008. Puur uit besparingsoverwegingen. „Het ligt niet aan de kwaliteit van de geleverde bomen”, vertelt hij, „maar om geld te besparen zijn de bomen zonder kluit geplant, is de grond rond het plantgat niet verbeterd en is net gedaan of ze overal in dezelfde aarde kwamen, terwijl er zowel zand als leem en zowel natte als droge grond langs de weg ligt. Verder is er geen rekening mee gehouden dat veel exemplaren op net aangelegde taluds terecht kwamen, waar zeker in de eerste jaren geen goede vochthuishouding bestaat.” Faassen erkent dat er in drie van de voorbije vijf jaar sprake was van een droog voorjaar, maar weet ook dat er vaak te laat is beregend door de firma die het onderhoud verzorgt. Bedrijfsleider Wout van Nagelhout van groenbedrijf Henssen in Schinnen, dat aanplant en onderhoud van de bomen regelt, geeft toe dat zijn firma indertijd de aanbesteding met een scherpe prijs heeft binnengehaald. „Dat betekent echter niet wij op de bomen en de grondverbetering hebben bespaard. We hebben er alles aan gedaan om de bomen te laten groeien”, zegt hij. Van Nagelhout geeft als redenen voor de misère dat de grond langs de weg schraler blijkt dan gedacht en dat de vochthuishouding niet in orde is. „Van Rijkswaterstaat mochten we echter geen oppervlaktewater aan de bodem onttrekken en moesten we bij de verbetering van de grond alleen gebiedseigen teeltaarde gebruiken, aarde die natuurlijk ook nogal schraal is.” Om de problemen op te lossen, vervangt zijn bedrijf niet alleen 3500 bomen, maar verbetert ook alsnog de grond bij de plantgaten. In plaats van eiken (die het meest zijn gestorven) plant Henssen nu lindes, omdat die in schrale grond het beste gedijen. De kosten van het karwei nemen Rijkswaterstaat en Henssen samen op zich. Rijkswaterstaat betaalt 600.000 euro, wat Henssen bijdraagt wil Van Nagelhout niet zeggen. Waarschijnlijk is het bijna evenveel, zodat de nieuwe bomen langs de weg zeker een miljoen euro kosten. Een woordvoerster van Rijkswaterstaat stelt dat er in 2008 is gekozen voor de economisch interessantste aanbieding. Maar dat heeft volgens haar niks met zuinigheid te maken. Bovendien is het opgestelde plan van aanpak beoordeeld door onafhankelijke deskundigen. „We werken met levend materiaal en dan kun je wel eens pech hebben”, meent zij. Rijkswaterstaat doet er in elk geval alles aan om er voor te zorgen dat er in pakweg 2018 een mooie, gezonde rij bomen langs de snelweg staat.

Bron: Dagblad De Limburger

Gepubliceerd op: 25.01.13 16:42, laatste update: 25.01.13 16:44